hoe meet je je bloedsuiker?

Met een glucosemeter meet je als diabetespatiënt zelf hoe het met de bloedsuikerspiegel is gesteld. Het is een soort ‘minicomputer’ die de bloedsuikerwaarde weergeeft op een scherm. Naast een bloedglucosemeter heb je ook teststrips, lancetten en een prikpen nodig. De bloedsuikerwaarde verschijnt na een aantal seconden op het scherm van je meter. Er bestaan verschillende modellen. Koop jouw glucosemeter in onze thuiszorgwinkel. 

Een glucosemeter werkt met een prikpen en teststrips. Die strips zijn kleine strookjes waarop je wat bloed aanbrengt, dat je met de prikpen uit je vinger laat druppelen.

Was altijd je handen vooraleer je een glucosemeter gebruikt. Zo voorkom je dat eventuele suikerresten aan je handen het meetresultaat beïnvloeden. Die suikerresten kunnen er al zijn omdat je bijvoorbeeld eerder die dag fruit hebt gegeten.

1. Plaats een teststrip in het toestel.
2. Bevestig het naaldje in de pen.
3. Plaats de pen op je vingertop en prik.
4. Laat een kleine bloeddruppel op de teststrip vallen. Komt er geen bloeddruppel? Masseer dan eerst je vinger een aantal seconden in de richting van je vingertop.
5. Binnen een paar seconden lees je op het display de waarde van je bloedsuikerspiegel af.

Als de waarden te laag zijn, kan je een koolhydraatrijke snack eten om het suikergehalte in je bloed te laten stijgen.

Als je waarden te hoog zijn, kan je even snelwerkende insuline inspuiten of een wandeling maken om je suikerniveau te laten dalen.

Gebruik dit nooit op eigen initiatief. Volg de instructies van je behandelend arts. Hij of zij bezorgt je ook de nodige informatie over de richtwaarden en de tijdstippen waarop je moet prikken.